Reptielen en Amfibieën

Reptielen, zoals de zandhagedis en de adder, spelen een belangrijke rol in de Nederlandse natuur. Zo zijn ze als zowel prooi als predator van ecologisch belang. Amfibieën, zoals kikkers, padden en salamanders, zijn cruciaal voor het ecologisch evenwicht omdat ze fungeren als indicatorsoorten voor de gezondheid van ecosystemen. Ze leven zowel in water als op het land en zijn bijzonder gevoelig voor vervuiling, klimaatverandering en verlies van leefgebied.

Reden van bescherming

Deze koudbloedige dieren zijn vaak nauw verbonden met specifieke habitats, zoals heidevelden en zandverstuivingen, die in de afgelopen jaren sterk zijn afgenomen door verstedelijking, landbouw en infrastructuurprojecten. Om deze kwetsbare soorten en hun leefgebieden te beschermen, vallen reptielen onder de Wet natuurbescherming in Nederland. Deze wetgeving richt zich op het behoud en herstel van hun natuurlijke omgeving, zodat reptielen een toekomst hebben in ons landschap.

Onderzoeksmethodiek

Onderzoek naar reptielen en amfibieën verschilt erg per soort en situatie. Onderzoek naar populaties van reptielen kan bijvoorbeeld door middel van transect tellingen. Soortonderzoek naar amfibieën in wateren zoals poelen en sloten wordt doorgaans gedaan met behulp van een schepnet. Het kan ook zijn dat een beschermde soort verplaatst moet worden. Deze worden dan gevangen met behulp van schermen en valemmers. De gevangen dieren worden dan vervolgens in aangrenzend geschikt habitat weer uitgezet.

Onderzoek en  periode

Reptielen en amfibieën houden winterrust, dus maart t/m september is doorgaans de meest geschikte onderzoeksperiode.