Vleermuizen
In Nederland leven meerdere soorten vleermuizen. Deze verschillende soorten hebben gemeen dat ze een essentiële rol spelen in het ecosysteem, namelijk als insecteneters. Hierdoor zijn ze voor de mens nuttig als natuurlijke bestrijders van (plaag)insecten.
Reden van bescherming
De aantallen vleermuizen in Nederland staan onder druk door verlies van leefgebied, verstoring van slaapplaatsen en gebruik van pesticiden. Omdat vleermuizen langzaam voortplanten en bijzonder gevoelig zijn voor veranderingen in hun leefomgeving, zijn ze strikt beschermd volgens de Nederlandse wetgeving. Deze bescherming is erop gericht om hun verblijfplaatsen en andere essentiële onderdelen van hun leefgebied te behouden.
Onderzoeksmethodiek
Vleermuisonderzoek vereist de nodige kennis en gespecialiseerd materiaal. Voor het uitvoeren van vleermuisonderzoek moet je bekend zijn met de ecologie van de verschillende soorten, hoe je deze kan herkennen en hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden. Voor het vinden en op soort brengen van vleermuizen maken onderzoekers gebruik van batdetectors. Deze apparaten beschikken over een zeer gevoelige microfoon, voor het opvangen van de echolocatie van vleermuizen. Deze worden dan vervolgens omgezet in hoorbaar geluid voor de onderzoeker. Onderzoekers maken daarnaast ook regelmatig gebruik van warmtebeeldcamera’s, zodat vleermuizen ook visueel te bestuderen zijn.
Vleermuisonderzoek in het stedelijk gebied is doorgaans gericht op gebouwbewonende soorten, zoals gewone dwergvleermuis, laatvlieger en meervleermuis. Maar ook naar boombewonende vleermuizen zoals rosse vleermuis en watervleermuis wordt regelmatig onderzoek gedaan.
Vleermuisonderzoek wordt vrijwel het hele jaar uitgevoerd, maar kan voor de meest gangbare onderzoeken opgedeeld worden in twee periodes. In het voorjaar wordt onderzoek gedaan naar kraamverblijven en zomerverblijven. In het najaar wordt onderzoek gedaan naar paarverblijven, zwermlocaties en (massa)winterverblijven.
Onderzoeksperiode
In principe jaarrond, maar voor standaard soorten:
Voorjaar: 15 mei t/m 15 juli
Najaar: 1 augustus t/m 1 oktober