Terwijl de media en de Rijksoverheid juichend berichten over de “innovatieve” eDNA-methode als dé oplossing voor vleermuisonderzoek bij spouwmuurisolatie, staan we bij Gaia met verbazing toe te kijken. Deze methode, die nu officieel is toegestaan, is een schoolvoorbeeld van hoe de drang naar snelle, goedkope “oplossingen” ten koste gaat van zorgvuldigheid en daadwerkelijke natuurbescherming. Hoewel de potentie van eDNA als innovatieve techniek wordt onderkend, staat de huidige toepassing voor dit specifieke doel ter discussie. De overwegend positieve berichtgeving in diverse media en de communicatie vanuit de Rijksoverheid staan haaks op de bedenkingen die door ons en andere deskundige partijen zijn geuit.
Inhoudsopgave
Wat is de situatie?
Wat is er precies aan de hand? Minister Keijzer negeert de negatieve adviezen van het NGB, IPO en de zoogdiervereniging. De minister heeft een marktconsultatie gedaan en de adviezen van deze deskundige partijen naast zich neergelegd. Door middel van stappenplannen worden de mogelijkheden aangereikt, maar de marktconsultatie wordt in feite genegeerd. Dit lijkt wel een ‘Trumpbeleid’. Tegen beter weten in wordt er nu gekozen voor een overhaaste, onzorgvuldige aanpak die op de lange termijn grote gevolgen gaat hebben. Er zitten namelijk enorme gebreken in de huidige toepassing van eDNA voor vleermuisonderzoek.

Wat is eDNA?
Maar wat is eDNA eigenlijk? Even voor de duidelijkheid: eDNA, ook wel environmental DNA, is een techniek waarbij DNA-sporen uit de omgeving worden verzameld. Denk hierbij aan een monster uit de grond, water of lucht en dus niet direct van het dier. Deze monsters worden vervolgens in een lab geanalyseerd om te bepalen welke dier- of plantensoorten in het gebied aanwezig zijn. Een potentieel interessante techniek, maar dan moet er wel eerst voldoende wetenschappelijke onderbouwing zijn om dit correct in te zetten.
Waarom zijn vleermuizen belangrijk en kwetsbaar?
We maken ons hier natuurlijk niet voor niets druk om. De biodiversiteit neemt af en vleermuizen zijn cruciale pilaren in de ecologische keten; zonder vleermuizen zullen ook andere dier- en plantensoorten grote gevolgen ondervinden. Zo spelen ze een essentiële rol in insectenbestrijding, bestuiving en verspreiding van zaden, omdat ze onze voedselvoorziening en het milieu beïnvloeden. Maar dat is niet de enige reden dat wij ons best doen om deze soorten te beschermen. Ze zijn namelijk zeer kwetsbaar.
Vrouwtjes komen samen in zogenaamde kraamverblijven. Verstoor of vernietig zo’n plek, en je kunt in één klap honderden vleermuizen, inclusief hun jongen, ombrengen. En laat het nou net zo zijn dat vleermuizen maar één jong per jaar krijgen. Daarbij overnachten vleermuizen in de winter samen met grote groepen bij elkaar. Wordt dat verstoord, dan kunnen ze actief worden. En dan bestaat er een grote kans dat ze verhongeren omdat ze hun vetreserves opgebruiken voordat de winter voorbij is. Al deze omstandigheden bij elkaar zorgen ervoor dat grote groepen vleermuizen snel instorten en maar moeilijk terugkomen. Elke verstoring kan dus tot desastreuze gevolgen leiden.

Gevolgen en nadelen van eDNA
De voorgestelde eDNA-methode voor vleermuizen zit nog vol haken en ogen en is niet klaar voor toepassing in de echte wereld. Het risico op vals negatieven is het grootste probleem. Een test kan wel aangeven dat er geen vleermuizen zijn, maar omdat we niet weten hoelang eDNA nog aantoonbaar is (dit kan variëren door allerlei omstandigheden als temperatuur, vochtigheid en soort locatie) kan dit leiden tot een vertekend beeld. En als eDNA dan correct de aanwezigheid bevestigt, weten we nog steeds niks over het aantal exemplaren en de functie van een locatie.
Er is alsnog verder ecologisch onderzoek nodig om in details te treden. Het aantal exemplaren en de functie van de locatie hebben grote impact op de mate van mitigatie. Terwijl de juiste vorm van mitigatie nodig is om sloop-, bouw- en isolatieprojecten op een correcte, natuurinclusieve manier te realiseren.
Maar wat ons verder discutabel lijkt is de onafhankelijkheid van de testers. Isolatiebedrijven, die er alle belang bij hebben dat er geen vleermuizen worden gevonden, mogen straks mogelijk zélf deze eDNA-methode gaan toepassen. Dit is de slager die zijn eigen vlees keurt. Er is geen zorgvuldige manier om te controleren of de tests wel goed worden uitgevoerd en daarom is het zaak dat dit soort onderzoeken altijd wordt uitgevoerd door onafhankelijke ecologen. Daarbij worden er nu strategieloze beslissingen genomen om de resultaten van deze maatregelen goed te meten.
Op deze manier vaar je blind en lopen we er (jaren) later tegen aan dat het helemaal niet werkt en dat het nog slechter gaat met de soorten. Dan komen er nóg strengere natuurregels en zijn we alleen maar verder van huis. Dit is precies hoe we in de eerste plaats in deze situatie terecht zijn gekomen, maar Minister Keijzer vaart liever blind verder.
Onterechte positieve media-aandacht
Het is enorm teleurstellend hoe kritiekloos de media meegaan in de eDNA-polonaise. De voordelen worden groots aan het licht gebracht, maar de serieuze, wetenschappelijk onderbouwde kritiek krijgt nauwelijks een podium. Het is opvallend dat deze kant van het verhaal niet ter sprake komt. Wij doen een dringend beroep op journalisten en mediaplatforms: doe uw werk, stel kritische vragen en laat ook de ware gevolgen van dit beleid zien. Want zelfs een positieve ontwikkeling als eDNA kan door middel van wanbeleid nog steeds tot desastreuze resultaten leiden.

“De juiste oplossing”
Meer onderzoek
Laat hier geen verwarring over zijn; wij juichen verdere ontwikkeling en onderzoek naar de eDNA-methode van harte toe. Bij andere diersoorten zien we dat de methode al veel verder ontwikkeld is en waardevolle resultaten oplevert. Dat biedt hoop voor onze vleermuisvrienden, maar de belangrijkste boodschap hier is dat er simpelweg meer onderzoek nodig is om uit te zoeken wat er precies wél en niet kan met eDNA.
Positieve oplossingen
In plaats van deze vluchtige, goedkope oplossing zijn er positieve oplossingen die wél bijdragen aan de bescherming van vleermuizen en naleving van de omgevingswet. Zo ontwikkelen wij software om onderzoeken meer gestroomlijnd en schaalbaarder te maken. Iets wat op termijn veel tijd, kosten en gedoe bespaart. Daarnaast werven wij, en vele andere ecologische partijen, honderden veldwerkers per jaar om ze op te leiden tot vleermuisonderzoekers.
Niet te vergeten zijn we in Nederland de afgelopen jaren al hard bezig met het uitvoeren van SMP’s (soortmanagementplan), waarbij het leefgebied van beschermde soorten per gemeente in kaart wordt gebracht. Cruciaal hierbij is dat er achteraf wordt gemonitord, zodat we kunnen leren van de impact van genomen maatregelen. Aan de hand hiervan kan het beleid bijgestuurd worden en zijn we niet blind aan het varen.
Conclusie
De conclusie is pijnlijk, maar duidelijk; het huidige beleid rondom eDNA en vleermuizen is een recept voor ecologische achteruitgang. Het is zonde dat er na jaren van intensief vleermuisonderzoek zo’n risico wordt genomen en belangrijke verblijfplaatsen alsnog verstoord of zelfs vernietigd worden. Het harde werk van ecologen, veldwerkers en natuurbeschermers om soorten en de biodiversiteit te beschermen voelt nu als dweilen met de kraan open. Dit beleid getuigt niet van vooruitgang, maar een dikke vinger naar de natuur en de wetenschap.
We vragen u, het kabinet, andere adviesbureaus en de minister om zich in te zetten voor een nieuw beleid. Gaia staat volledig open voor een samenwerking voor effectief beleid, want samen kunnen we juist nú iets betekenen voor de vleermuis. Neem hier contact met ons op of stuur een mail naar info@gaia-ecologie.nl.